Traumatische ervaringen

Een trauma is een zeer ingrijpende gebeurtenis, die als zeer bedreigend voor je leven of je eigenwaarde wordt ervaren. Op zo’n trauma kun je op verschillende manieren gereageerd hebben. Je kunt geschrokken zijn, er veel aan denken, en er zelfs over dromen. Vaak gaat dat weer over. Maar als je spanning na dit trauma niet weggaat, dan heb je last van een posttraumatische stress-stoornis. Je denkt dan steeds weer aan de gebeurtenis terug. Het is of je alles weer opnieuw meemaakt en vaak heb je last van nachtmerries. Een posttraumatische stress-stoornis kan maanden of jaren na het trauma nog ontstaan of voortduren. Zoiets kan ontstaan zijn, doordat je niet wilt of kunt geloven, wat er allemaal gebeurd is, omdat het té erg is. Daardoor kun je het geen plek geven en blijven jouw nare gedachten steeds maar weer terugkomen. Je levensovertuigingen kunnen gaan veranderen. Zo kan het idee, dat je invloed hebt op het leven, veranderen in dat je geen invloed hebt. Volwassenen, die als kind een trauma hebben opgelopen zijn vlugger ontvankelijk om ziek te worden. Als kind heb je daar veel verdriet en boosheid om gevoeld, maar je kon dit absoluut niet uiten en mocht je gevoelens niet laten zien. Om je emoties te tonen, zou, in jouw gedachtegang als kind, jouw plaats en daardoor jouw leven in gevaar kunnen komen. Je kon niet anders dan gereedschap ontwikkelen om jezelf in die situatie te handhaven. Op die manier ontwikkelde je een enorm verantwoordelijkheidsgevoel.

Sociale fobie

Mensen met een sociale fobie (sociale-angststoornis) wekken vaak de indruk extreem verlegen te zijn. Ze voelen zich vooral in (onbekend) gezelschap kritisch bekeken en hebben steeds het gevoel het ‘niet goed’ te doen. De angst om vreemd gevonden te worden en af te gaan beheerst hun hele doen en laten. Kontakten leggen is een groot probleem. Sociale fobieën kunnen op allerlei situaties betrekking hebben, zoals de angst mensen te ontmoeten, te telefoneren, in het openbaar te spreken of in een restaurant te eten.

Seksueel misbruik

Seksueel misbruik zijn seksuele handelingen die iemand gedwongen wordt uit te voeren, te ondergaan of daar getuige van te zijn. Je bent vaak afhankelijk van de dader of bang voor hem, zodat hij jou kan dwingen. Dit dwingen kan gebeuren door op jouw schuldgevoel in te werken of je durft hem niet te weigeren, omdat hij jou dan niet meer lief vindt. Seksueel misbruik van kinderen binnen het gezin: het opdringen van eigen intimiteit en seksuele handelingen aan een kind, door iemand die macht over het kind kan uitoefenen. Seksueel misbruik is voor veel slachtoffers een trauma. Men noemt dit trauma ook wel een posttraumatische stressstoornis. Als iemand een ingrijpende gebeurtenis meemaakt, doen zich allerlei angstverschijnselen voor: hartkloppingen, zweten, ademhalingsstoornissen etc. Die reacties zijn normaal. Bij iemand met PTSS gaan die verschijnselen niet over. Ook als de bedreigende situatie allang voorbij is, voelt het slachtoffer zich alsof hij of zij er nog middenin zit. Het trauma wordt telkens herbeleefd in dromen en herinneringen. Een geluid of beeld kan de angstreactie in volle hevigheid oproepen en de betrokkene kan daarbij zelfs het gevoel hebben dat de gebeurtenis werkelijk opnieuw plaatsvindt. Het kan zijn dat het slachtoffer geobsedeerd is door de traumatische ervaring en over niets anders kan praten. Het kan ook zijn dat hij of zij er juist helemaal niet over praat, in een poging het kwijt te raken. Een trauma ontstaat vaak na o.a. (langdurig) seksueel misbruik. Je wordt bij zoiets overmand door indrukken en emoties. Zo’n gebeurtenis kan het beeld wat je van jezelf hebt veranderen. Bij seksueel misbruik is je gevoel voor veiligheid geweld aangedaan.

Om als persoon (en zeker als kind) te kunnen functioneren, is het van belang dat je jezelf in je eigen omgeving veilig voelt. Bij seksueel misbruik is er helemaal geen sprake van een veilige omgeving en macht over je eigen leven. Alles wat nodig is, om je als kind te kunnen ontwikkelen en je als volwassene evenwichtig te voelen, is aangetast. Bij iemand, die een trauma heeft gekregen door seksueel misbruik, komen herinneringen vaak stukje bij beetje naar boven. Soms komen herinneringen ook wel eens plotseling naar boven, indien deze herinneringen worden opgeroepen door een bepaald beeld of de manier waarop iemand met je praat. Ook is het mogelijk, dat je herinneringen op bepaalde punten tegenstrijdig zijn. Soms besef je wel dat je misbruikt bent en een tijdje later ontken je het weer. Veel mensen, die seksueel misbruikt zijn, hebben de neiging dit te ontkennen of te verzachten. Vaak leidt dit tot een emotionele vervlakking, ze reageren alsof ze verdoofd zijn. Soms is er sprake van geheugenverlies, een beschermingsmechanisme tegen herinneringen die te veel angst oproepen.

Hoe kun je de stilte rond het seksueel misbruik verbreken

Het belang om over het seksueel misbruik te praten is inmiddels overduidelijk bewezen. Het is misschien moeilijk iemand in vertrouwen te nemen, maar misschien is dit toch wel verstandig, Als iemand echt naar jou wil luisteren en je kunt je verhaal aan hem of haar kwijt, breek je daarmee een deel van de macht, die de dader over je had. Veel daders van seksueel misbruik drukken het slachtoffer op het hart om er nooit met iemand over te praten. Het komt regelmatig voor, dat dit in de vorm van dreigementen gebeurt. Het zwijgen van het slachtoffer gaf de dader macht en bracht het slachtoffer in een isolement. Door dat isolement te doorbreken, pak je een stukje van de macht over je eigen leven terug. Het komt maar al te vaak voor dat het slachtoffer signalen uitzendt maar dat het niet serieus genomen werd. Toch is het belangrijk om deze signalen uit te zenden, want praten en gehoord worden is noodzakelijk voor het doorbreken van het misbruik en voor het verwerkingsproces. Door er over te praten wordt het anderen ook duidelijk waarom het slachtoffer moeite heeft met intimiteit, seks of andere klachten waar je omgeving wel op geattendeerd werd maar geen raad mee wist. Verder kan het vele praten over het misbruik de functie hebben van het schapen van afstand tot het gebeuren. De pijn wordt dan vaker minder gevoeld. Je krijgt als het ware grip op de gebeurtenissen. Waak er wel voor om je verhaal niet tegen iedereen te vertellen. Je moet wel proberen te voorkomen, dat een ander van jouw verhaal gaat smullen en jij er niets wijzer van wordt. Het schaamtegevoel wat slachtoffers van seksueel misbruik meestal hebben belemmert hen ook vaak om daarover te vertellen. Dit speelt nog sterker in culturen waar eer een belangrijke rol speelt. Veel slachtoffers van seksueel misbruik zijn bang dat het seksueel misbruik hen juist niet voor niets is overkomen. Een schuldgevoel is een vervelend gevoel wat je langzaam op kan vreten. Schuldgevoel komt voort uit zelfbescherming of doordat anderen jou dat aanpraten. Als je beseft dat alle schuld bij de dader lag, dan geeft je dat een onverdraaglijk gevoel van machteloosheid. Hier kun je nog moeilijker mee omgaan dan met het gevoel dat je zelf schuldig bent. Door jezelf de schuld te geven verlies je niet alle vertrouwen in de mensen om je heen. Als een kind slachtoffer is van seksueel misbruik dan is het kind volledig afhankelijk van zijn ouders. Dan zit er niets anders op voor het kind om te denken dat het zijn of haar schuld was. Een schuldgevoel kan ook aangepraat worden door de dader. Hij kan zeggen dat jij erom vroeg, of dat jij hem verleid had of ze kunnen zielig doen door te zeggen dat ze eenzaam zijn, tekort komen of dat jij de enige bent die hem begrijpt. Hou echter altijd in de gaten, dat niet jij, maar de dader schuldig is aan het misbruik. Hij heeft grenzen overschreden en daar ben jij niet verantwoordelijk voor. Je kunt het jezelf ook niet verwijten dat je het seksueel misbruik niet eerder hebt kunnen stoppen. Bij kinderen speelt nog wat anders wat belangrijk is. Als je als kind geen aandacht kreeg behalve tijdens het misbruik, dan zou dat het schuldgevoel nog meer kunnen aanwakkeren. Het misbruik leverde in dit geval aandacht op en aandacht is toch iets wat een kind nodig heeft. ‘Vader houdt toch zoveel van zijn kleine meisje en zij wil hem toch geen verdriet doen’. Dat brengt enorme verwarring teweeg, dat gesjoemel met vertrouwen. De pleger gebruikt vertrouwen niet als opvoedingsdoel maar als middel voor seksueel misbruik.

Gevolgen van seksueel misbruik

Dit is afhankelijk van de ernst en de duur van het misbruik, de leeftijd van het slachtoffer, het soort relatie wat het slachtoffer met de dader had en hoe je daar zelf mee om bent gegaan. Verder speelt de hulpverlening hier een grote rol in. Er kunnen lichamelijke en geestelijke gevolgen aan seksueel misbruik verbonden zijn. Lichamelijke gevolgen kunnen geslachtsziekten en bijvoorbeeld gynaecologische klachten zijn. Geestelijke gevolgen worden vaak psychosomatische klachten genoemd. Dit zijn lichamelijke klachten, die kunnen ontstaan uit de angst en stress, die het seksueel misbruik heeft veroorzaakt. Hierbij moet men denken aan hoofdpijn, buikpijn, misselijkheid, eetproblemen etc. (Door bijvoorbeeld te hongeren zou je controle over jezelf kunnen krijgen). Verder kunnen ook verslavingen aan alcohol, medicijnen en drugs voortkomen uit de psychosomatische klachten. Psychische klachten, die veel kunnen voorkomen zijn angsten, depressies, slapeloosheid, paniekaanvallen, nachtmerries, jezelf niet zoveel waard vinden, concentratiestoornissen etc. De invloed van seksueel misbruik kan velerlei zijn. Je zelfbeeld kan negatief beïnvloed worden door bijvoorbeeld een hekel aan jezelf te hebben, geloven dat niemand je de moeite waard vindt, je vaak machteloos voelen, faalangst hebben etc. Je kunt ook problemen krijgen met je eigen emoties. Je hebt last van huilbuien, niets voelen, problemen hebben met het uiten van je emoties. Lichamelijk kun je een afkeer krijgen van je eigen lichaam en het gevoel hebben dat je lichaam los staat van je persoon. In de omgang met anderen kun je het gevoel hebben er niet echt bij te horen, moeite hebben met het vertrouwen van mensen, in paniek raken indien mensen te dicht bij je komen, problemen hebben met alleen zijn en geen grenzen kunnen stellen. Slachtoffers van seksueel misbruik hebben vaak moeite met het aanknopen van relaties. Slachtoffers hebben vaak problemen met het stellen van grenzen in zo’n relatie. Hun grenzen zijn namelijk al (vaak) op dat vlak overschreden. Het vertrouwen en de intimiteit in een relatie is door een slachtoffer van seksueel misbruik moeilijk te ervaren omdat dit ook speelde tijdens het seksueel misbruik, maar dan op een negatieve manier. Je bent bang voor intimiteit. Er komt in je relatie weer iemand te dicht bij jou en je bent bang dat je vertrouwen weer geschonden wordt. Wat de seksualiteit betreft zijn er diverse reacties die voor kunnen komen. Of je krijgt afschuw voor seks, hetgeen logisch te verklaren is omdat je ongewenste seks te verduren hebt gehad, of je hebt zonder moeite veel seks (eventueel met verschillende mensen). Dit kan het gevolg zijn, omdat het slachtoffer geleerd heeft niets te voelen bij de seks en daarom er nu gemakkelijk toe over gaat. Vaak ontvluchten slachtoffers de pijnlijke realiteit door te fantaseren, zij verdringen of ontkennen het misbruik of zij schakelen hun emoties uit en maken zich gevoelloos voor het misbruik. Slachtoffers nemen hun toevlucht tot innerlijke overlevingsstrategieën als zij geen invloed menen te kunnen uitoefenen op de schokkende gebeurtenissen. Naarmate zij minder controle denken te hebben, zijn ze sterker geneigd een beroep te doen op innerlijke overlevingsstrategieën.

Slachtoffers kunnen van openlijk verzet afzien omdat zij worden bedreigd. Hun oordeel wordt echter mede bepaald door hun voorgeschiedenis. Zo kan een vrouw weinig vertrouwen hebben in haar eigen mogelijkheden tot verweer, bijvoorbeeld omdat zij een eerdere, soortgelijke gebeurtenis niet heeft kunnen voorkomen.

De omschreven overlevingsstrategieën worden toegepast uit zelfbehoud. Deze strategieën kunnen een patroon gaan vormen als ze steeds weer worden toegepast. Soms gedragen meisjes, die door verwanten worden misbruikt, zich zeer onopvallend. In de hoop herhaling van het seksueel geweld te kunnen voorkomen, proberen zij zo min mogelijk de aandacht te trekken van de pleger. Dit vermijdingsgedrag kan later het aangaan en ontwikkelen van hechte relaties ernstig bemoeilijken. Uit onderzoeken blijkt dat slachtoffers die deze strategieën toepassen als reactie een vervreemding van hun eigen lichaam kunnen krijgen.

Vrouwen kunnen klachten krijgen waarbij zij hun lichaam niet als van zichzelf ervaren, volledige gevoelloosheid of gevoelloosheid in delen van het lichaam. Dit geeft een beklemmend gevoel. Zelfverminking kan dan een middel zijn om terug te keren naar de werkelijkheid.