Blog 10 Mijn verhaal, zoektocht naar vrijheid – Sirpa van der Steen

Blog 10 is onderdeel van een reeks ervaringsverhalen (die ik maandelijks aan het delen ben) waarin mijn zoektocht naar vrijheid wordt beschreven. Mocht je meer ervaringsverhalen of mijn intentie waarom ik dit deel, willen lezen, ga dan naar mijn blogpagina op mijn website www.devrijekameleon.nl

Tot nu toe heb ik een aantal ervaringen over mijn kindertijd in blog 3 beschreven. Ik heb ervaringen en gevoelens van mijn pubertijd tot aan mijn moederschap beschreven. Nu ik nog meer over mijn kindertijd wil schrijven, voel ik een enorme blokkade. Het voelt verkrampt en heel verdrietig. Ik ga iets zichtbaar maken, wat nooit zichtbaar mocht zijn. Het deel van mezelf dat ik het langst voor iedereen verborgen heb gehouden. Al mijn verdedigingsmechanismes treden in werking nu ik alleen nog dat laatste stukje van mijzelf zichtbaar wil maken aan de wereld. Terwijl ik er al heel lang niet meer bang voor ben en weet wie ik ben. Toch wil ik dat kleine meisje in mij, koste wat het kost, beschermen. En ook wil ik mijn familie beschermen. Deze tijd is voor alle gezinsleden pijnlijk geweest. Iedereen heeft gedaan wat binnen zijn of haar vermogen lag. Mijn ouders zijn net zoals ik gevormd door hun verleden. Patronen die generatie op generatie zijn doorgegeven. Dit is mijn laatste drempel die ik wil overwinnen. Het zichtbaar maken van wie ik ben en waar ik vandaan kom. Mijn deel van het verhaal.

Zoektocht

Na het traumatische ongeval van Sjoerd bleef ik alternatieve professionals zoals acupuncturisten, coaches en masseuses raadplegen. Naast deze alternatieve zorg fascineerde spiritualiteit mij ook. Deze fascinatie bleef altijd wel een beetje onder de radar, want wat vonden andere mensen (en vooral mijn vader) daarvan? Verschillende kleurenworkshops, tarot kaarten, handen lezen, hypnose, paranormaalbeurzen, regressie, helende reis, focus- en beeldende sessies liep ik af. Iedere keer leerde ik weer iets nieuws over mezelf. Het was voor mij belangrijk een plek te houden waar ik kon blijven delen wat mij allemaal bezig hield. Een plek waar ik inzicht in mezelf kreeg, mezelf liet voeden en verder kon ontwikkelen.

De schokgolf van Sjoerd zijn overlijden is de sleutel geweest tot mijn gevoelswereld, mijn binnenwereld. Het overlevingsmechanisme van mezelf afsluiten tijdens dat traumatische overlijden, voelde voor mij op dat moment zo vertrouwd. Om niet te voelen splitste ik mezelf in tweeën, in een buiten en een binnen deel. Alsof ik van een afstand als een waarnemer naar mezelf stond te kijken. Ik was mij er op dat moment van bewust, maar erna niet meer. Na het incident bleef ik af en toe de energie van Sjoerd en de traumatische gebeurtenis voelen. Met die energie kwam er zoveel pijn en angst naar boven. Met Sjoerd en mijn mama in gedachten bleef ik zoeken. In die zin ben ik ze voor eeuwig dankbaar.

Ik keek alle televisieprogramma’s over spiritualiteit en innerlijke groei. Gelukkig deelde ik deze interesse voor een gedeelte met Kees. Op een avond keken we samen naar het televisieprogramma Het Zesde Zintuig waarin Tessa zat. Ik weet nog dat ik tegen Kees zei: ´Zij is bijzonder.´ en ´Haar wil ik ontmoeten

Mijn zoektocht werd beloond

Toen ik op mijn 32e naar Tessa ging, bleek de ontmoeting een schot in de roos. Alle puzzelstukjes vielen op zijn plaats. Ik werd geconfronteerd met het ontkende deel van mezelf. In de eerste sessie met Tessa kwam het overlijden van Sjoerd duidelijk naar voren. Tegelijkertijd met dit trauma kwamen de pijn van het verlies van mijn kindertijd, het verlies van mijn emoties en het verlies van mijn moeder als kind naar de oppervlakte. Het dissociëren tijdens het traumatische ongeval van Sjoerd was hetzelfde overlevingsmechanisme uit mijn kindertijd. Mijn kindertijd bestond uit een aaneenschakeling van kwetsingen. En om te overleven moest ik als kind afstand nemen van wie ik was. In mij zat een binnenlaag heel diep verstopt. Ik wist toen nog niet hoe diep mijn gevoelswereld eigenlijk was. Ik dacht dat ik altijd zo open, blij en gezellig was, maar ik functioneerde binnen een bepaalde bandbreedte. De momenten van somberheid, pijn en angst hield ik vaak voor mezelf. Op mijn ratio heb ik heel lang gefunctioneerd en mijn koers uitgezet. Naar het voorbeeld van mijn vader. Tessa legde dit met behulp van EMDR therapie bloot.

Toen mijn ouders nog samen waren

Ik herinner me flarden van de tijd dat mijn moeder nog thuis woonde. Dit speelde zich af tot mijn derde levensjaar waarna zij uiteindelijk ons huis verliet. Ik denk dat ik als peuter/kleuter al in een overleefstand zat en was afgesloten van mijn eigen gevoel. Mijn focus was vooral gericht op mijn ouders in plaats van op mezelf. Hoe maak ik ze gelukkig? Waarschijnlijk kwam dat ook door de ruzies van mijn ouders thuis. Mijn moeder was vaak heel erg verdrietig. Mijn vader afwezig. Ook als hij thuis was. Hij deed zijn eigen ding en was vaak verzonken in zijn eigen gedachten. Hij ontkende haar in wie ze was, in haar gevoelens en emoties. In haar ziekteproces, waarin zij al voor gek werd verklaard, moest zij zich staande houden ten opzichte van een man die ontkende dat ze er was. Bovendien ontkende mijn moeder zichzelf. Ze was gedissocieerd van zichzelf en functioneerde vaak maar half. Wat moet dat voor mijn moeder een enorme strijd zijn geweest. Ze raakte mij soms wel aan, maar kon geen emotionele verbinding maken. Daar liep ik dan als klein kind tussendoor onzichtbaar te zijn. Er was al genoeg aan de hand.

Tijdens de sessies met Tessa werd pijnlijk duidelijk dat mijn grootste drempel was mezelf zichtbaar te maken in wie ik echt ben. En dat het gedrag van mijn vader heel veel invloed op mijn persoonlijke ontwikkeling en identiteitsvorming heeft gehad. Als heel klein meisje had ik al het gevoel dat ik er niet mocht zijn. Net zoals mijn moeder leerde ik mijn gevoelens en emoties weg te stoppen.

Toen mijn moeder wegging

Vervolgens verliet mijn moeder ons huis. Haar intentie was goed, want ze dacht het beter was om ons thuis achter te laten. Toch voelde het bij mij alsof ik niet goed genoeg was. Bij een bezoek in het ziekenhuis, keek ze niet op of om. Alsof ik er niet was. Het leven draaide gewoon door en niemand legde mij iets uit. Ik kan me goed voorstellen dat de situatie voor mijn vader ook echt niet makkelijk was. Hij bleef achter met twee kleine kinderen waar hij voor moest zorgen. En dan ook nog eens voor een meisje. Bovendien kon hij niet op zijn vrouw rekenen. Hij moest fulltime werken en overleven. Ik ben heel goed in het begrijpen hoe het voor anderen was, maar hoe was het dan daadwerkelijk voor mij?

Ik cirkelde als een spook rond mijn vader. Een vader die in mijn beleving zich niet kon voorstellen dat er buiten zijn eigen rationele wereld ook nog een wereld van gevoelens en emoties was. Vergaderingen en discussies over politiek en belangrijke wereldzaken stonden bij ons thuis centraal.  Ik heb kleding en eten gekregen, maar de emotionele verbinding werd ontkend als iets wat niet nodig was. Aan mij werd geen persoonlijke aandacht besteed. Ik mocht erbij zitten alsof ik niets was. Alsof ik mist was die door het huis heen golfde, niet gezien mocht worden, maar er wel was. Het hele emotionele stuk is er niet geweest. Ik heb geleerd gevoelens te ervaren als een mistig geheel. Iets waar ik niet bij mag. Niet bij kan. Wat lastig is. Wat onhandig is. Net zoals mijn moeder onhandig, lastig en gek was, waren mijn gevoelens onhandig, lastig en gek.

Totale ontkenning van mezelf heeft mij hele diepe dalen en diepe pijn gebracht. Dat deel van mezelf wilde ik onderzoeken. Met EMDR zijn we de pijn van mijn kleine kind gaan voelen. Door situaties in het hier en nu onder de loep te nemen waarbij ik me angstig of verdrietig voelde. Via die ingang kwam ik bij de diepere pijn van mijn kleine meisje.

Achter mijn masker

Mijn vader zorgde met name voor eten. Hoe ik er uitzag, daar had hij geen aandacht voor. Ik weet niet hoe vaak ik onder douche ging. Ik deed dat allemaal zelfstandig maar had geen idee hoe je jezelf moest verzorgen toen ik zo klein was. Mijn haren zaten vaak vol klitten. Ik kan me herinneren dat ik tijdens het gymmen op school niet lekker rook. En ruik nog de schrale en ongewassen lucht uit mijn kruis komen. Het maakte mij zo onzeker, durfde mij hierdoor helemaal niet vrij te bewegen en voelde zoveel schaamte. Mijn gymkleding was ook vaak niet fris gewassen. Vaak deed ik dezelfde kleding vaker aan. Ik zag andere kinderen die wel schone kleding aan hadden. Op zo’n moment was ik echt verloren en voelde me eenzaam en waardeloos. Niemand vond mij belangrijk genoeg om voor te zorgen.

Er was geen structuur in de dag. In de avond bepaalde ik zelf hoe laat ik naar bed ging. Soms speelde ik nog wat met mijn poppen of playbackte ik voor mijn spiegel. Er waren geen slaaprituelen, geen zachte knuffel, geen verhaal over de dag, geen voorleesverhaal voor het slapen gaan. Ik kroop zelf mijn bed in als ik moe was. En heel soms kreeg ik later op de avond nog wat anijsmelk van mijn vader. Maar meestal was ik alleen. Ik liep door het huis als ik niet te bang was. Het huis was groot en ik vond het overal te donker en kil. Vaak vluchtte ik snel naar mijn eigen kamer waar ik me veiliger voelde. Als ik geluk had, hadden we een huurder in ons huis die mij soms extra aandacht gaf.

Mijn kamer hield ik zelf bij. De was gooide ik niet in de wasmand, maar op een hoop in mijn kledingkast. Uit die hoop zocht ik de volgende ochtend nieuwe kleding als ik me weer had verslapen. Ik kwam dan alleen beneden in de keuken waar een glas vers geperste sinaasappelsap en brood voor mij klaar stonden. Het huis was doodstil en verlaten. Het voelde verloren, eenzaam en verdrietig. En dat elke ochtend weer. Als ik enthousiast iets te vertellen had over school, was er niemand die naar mij wilde luisteren.

Bij de ouders met kinderen, die mij opvingen als mijn vader werkte, was het fijn. Ik zag hoe het er bij anderen aan toe ging. Daar kreeg ik die speciale aandacht wel, maar tegelijkertijd was dat zo confronterend en pijnlijk. Dat ik me daar ook voor afsloot. Het was belangrijker om mij aan te passen dan te voelen. Het was belangrijker te lachen dan zichtbaar te maken hoe pijnlijk de situatie was. Om welkom te zijn, wilde ik me ook altijd van mijn beste kant laten zien. Als ik dat niet deed, mocht ik misschien wel niet meer komen? En hoe pijnlijk was dat wel niet geweest? Ook tijdens de zwem- en sportlessen kwam niemand naar mij kijken. Ook niet als we op zaterdag een bazaar op school hadden en ik meedeed met een playbackshow.

Het was kerstavond op school. Wij woonden precies tegenover de school. Er was niemand voor mij. Niemand die zich druk maakte over mijn feestkleding. Niemand die mijn haren mooi maakte. Ik zocht in de vuile wasmand naar kleding of er nog iets moois bij zat. Zijn er nog tweedehands kledingstukken ergens in de kast? Ik zag alle ouders blij met enthousiaste kinderen aan hun hand richting de school lopen. Meisjes met mooie ingevlochten haren en feestelijke kleding aan. Ik zag de waxinelichtjes schitteren voor de ramen. Mijn vader kwam niet. Blijkbaar was hij te laat of was hij mij vergeten? Hoe moest ik naar school? Natuurlijk kon ik zelf gaan, maar het voelde niet goed. Ik voelde angst, de pijn, de eenzaamheid. Zoveel verdriet. Ben ik dan niet belangrijk genoeg? Waarom is er niemand voor mij? Het gevoel is te vergelijken met dat er geen grond onder je voeten is. Ik overzag het allemaal niet meer, raakte in paniek en moest zo hard huilen. Uiteindelijk ontfermde de buurvrouw zich over mij omdat zij dat hoorde.

Toen mama haar nieuwe huis kreeg, pakte ik zelf mijn tasje in. Ik sleepte mijn spullen van het ene naar het andere huis. Op eigen houtje liep ik vaak met mijn ziel onder mijn arm richting haar huis. Ik droeg zelf alle verantwoordelijkheid. En dat voelde als heel veel. Te veel verantwoordelijkheid die ik niet kon overzien. Ik zie me nog huilend en zonder energie op een berg was zitten. Ik had behoefte aan duidelijkheid en voorspelbaarheid. Onverwachte dingen kon ik niet goed verwerken. Vervelende situaties of momenten werden nooit besproken en/of op terug gekeken. Soms voelde ik ontreddering en me onbegrepen. Als ik bijvoorbeeld ruzie met mijn broer had, kon ik ook wel eens hysterisch gaan schreeuwen. Mijn vader wist niet goed hoe hij daarmee moest omgaan. Hij kwam dan vanuit zijn studeerkamer naar beneden de trap afrennen. Waarschijnlijk uit onmacht kreeg ik een tik of deed hij dan mijn hoofd onder de koude kraan. Maar eigenlijk waren de ijzige stiltes en de non verbale communicatie veel erger. Ik liep op mijn tenen, omdat ik het graag zo goed wilde doen. Bij alles wat ik deed, kreeg ik een zucht, een frons of werd ik genegeerd. Ik voelde me teveel en lastig. Ik maakte me zo onzichtbaar mogelijk. Zodat mijn vader geen last van me had. Hoe langer het duurde hoe minder ik begon te voelen en op de automatische piloot begon te functioneren.

Zelfacceptatie en voelen

Door de therapie besefte ik nog beter dat dit een enorme impact op mijn leven heeft gehad. Tijdens dit proces kon ik voor het eerst ruimte geven aan de emotie boosheid. Die emotie was voor dat moment goed om de pijn te kunnen helen. Ook kon ik echt bij het diepe verdriet. Verdriet waar nooit ruimte voor was geweest. Bovendien ging ik voelen dat er andere dingen voor mij belangrijk waren. En toe te geven dat ik diep van binnen meer van mijn moeder weghad dan misschien wel mocht van mijn vader. Voor mij bestaat een mens uit emoties én ratio en zijn emoties zelfs belangrijker. Mijn behoefte bestond niet alleen uit bed, brood en bad. Ik verlangde naar een emotionele verbinding en warmte. Toen ik dat ontdekte, ging er iets open. Durfde ik er meer naartoe te gaan en mezelf langzaam te accepteren. Hierdoor ontstond er ruimte voor delen van mezelf die ik nog niet kende, bijvoorbeeld voor mijn hooggevoeligheid, mijn creativiteit, mijn intuïtie en mijn kleine kind. Andere delen zoals mijn innerlijke criticus, mijn pusher, daadkracht, mijn pleaser, mijn uitmuntende aanpassingsvermogen stonden vroeger op de voorgrond en kon ik nu wat losser laten. Die had ik toen hard nodig binnen mijn situatie om als kind te overleven en hebben mij in het leven ook heel ver gebracht.

Toen ik mezelf eenmaal omarmde, werd het een uitdaging mijn nieuwe ik (eigenlijk de persoon die ik altijd al was) in de praktijk te brengen en ernaar te leven. Het balanceren tussen de feitelijkheden en mijn gevoelsleven valt niet altijd mee. Net als een klein kind dat leert lopen. Het gaat met vallen en opstaan.

Het is me gelukt. Eindelijk is mijn meest verborgen verhaal zichtbaar. Natuurlijk is er ook heel veel dankbaarheid voor mijn ouders en zijn er ook mooie herinneringen, maar daarmee zou ik deze heftige tijd voor mij tekort doen. Dankbaarheid voor wat er wel was, volgt later.

Blog 11 wordt op zondag 3 december geplaatst. Mocht je herinnerd willen worden dan kan je je via mijn website aanmelden met je emailadres en krijg je een notificatie als er een nieuwe blog wordt geplaatst.